Kamerkoor Kallíope heeft een nieuwe dirigent. Vanaf februari leidt Frank Litjens het koor. Op bezoek bij Frank spreken we over zijn koren, over muziek. Maar ook over kaas, dood en afscheid, rust in het hoofd en beleving.
We spreken elkaar in Franks woonplaats Bergharen, niet ver van de plaats waar hij opgroeide. Zijn ouders gingen kaas maken op hun boerderij, wat uitgroeide tot wat nu ecologische kaasboerderij Ravenswaard is, gerund door zijn broer. De ruimte geurt naar de oliën die echtgenote Hannie in haar werk gebruikt. Frank zit klaar, met twinkelende ogen: “zo, vraag maar”.
Hij vertelt waarom hij dirigent is geworden van Kallíope. “Het is een kleiner koor, met verschillende mogelijkheden: ik kan oratoriumwerk doen, kamerkoor-repertoire, of oude opera’s. Heel aantrekkelijk, om al die muziek te kunnen doen.”
Frank is trots op Panta Rhei Vocaal. Voor de derde week van september staat het requiem For the Fallen van Leech op het programma, door deze Engelsman recent voltooid, in 2013. Aanleiding voor de uitvoering is de herdenking van 70 jaar bevrijding in Groesbeek. Onlangs repeteerden zij een dag met de componist, Frank noemt het geweldig om zo direct met de intentie van de bedenker aan het stuk te werken. Panta Rhei Vocaal is mede-opgericht door Franks echtgenote, en op zijn initiatief startte het koor 21 jaar geleden met het zingen van herdenkingen en uitvaarten. Ze vervullen samen een belangrijke rol binnen het koor en in het contact met nabestaanden ter voorbereiding op een herdenking. En ze zingen allebei, net als een dochter die nu meezingt bij het Velper Bach Ensemble, dat binnenkort de Johannes Passion uitvoert.
Het kunnen verschillende werken zijn, waar Frank enthousiast van wordt. Hij noemt als voorbeelden Bernsteins West Side Story en Jesus Christ Superstar (van Webber), “jongen, en dan dat orkest, die blazers, het spel, het koor, alles eromheen! Kippenvel!” Hij gaat verder: “ook dat is prachtig, en kan overweldigend en spetterend zijn. Het gaat om de passie, om het vuur, om gedrevenheid. Muziek is goed uitgevoerd wanneer ik er liefde achter voel.”
Voor deze dirigent zijn professionele gezelschappen niet perse de uitdaging. Vaak is er maar kort de tijd om met zo’n gezelschap te werken, dus is er ook maar weinig tijd om jouw boodschap over te brengen. De uitdaging ligt veel meer in het samen werken aan één of een paar fantastische uitvoeringen. “Niet standaard, maar energie!”
Frank noemt dat ook als uitdaging voor Kallíope: voel die energie, geef die energie, ga mee in die overgave. “We zitten nu in een overgangsperiode. We zijn net begonnen, het is wennen aan elkaar, aan stijl, aan gewoontes. Straks is het doel duidelijk, hebben we een gezamenlijk doel en gaat iedereen mee in de muziek. De muziek neemt iedereen mee.”
We praten over zijn opleiding, schoolmuziek aan het conservatorium. Het is een lastig vak, vertelt Frank, dat van muziekdocent. “Maar weinig mensen houden dat vol tot hun pensioen”. Je moet in een uurtje per week iets opbouwen met leerlingen, ze aan het werk krijgen, ze gemotiveerd houden, en dan liefst ook nog iets bereiken. Frank maakte een andere keuze. Het plezier om met een groep zangers te werken was er direct. Hij studeerde koordirectie aan verschillende conservatoria én leerde in de praktijk, zoals dat logischerwijs in ieder ambacht verloopt. Hij ontwikkelde zijn smaak, leerde over stemvorming en koorscholing. Het maakte hem een veelzijdig dirigent, met plezier in zijn werk.
Met Kallíope werkt Frank toe naar zijn eerste concert, in november. In overleg koos hij voor Vivaldi, Pergolesi en Händel. Het koor met twee solisten en een klein ensemble. Een goede, logische keuze, vertelt Frank: “het is voor het koor haalbaar, het is financieel te doen, en het is gewoon erg mooie muziek”. Frank ziet Maria voor zich, wenend onder het kruis in Pergolesi’s Stabat Mater. Händel rouwt en eert Queen Caroline in zijn Funeral Anthem voor haar. Hoopvol en krachtig tegenwicht geeft het Magnificat van Vivaldi.
Het brengt ons op Franks overtuigingen. Hij is katholiek opgevoed, met het mystieke van beelden en symbolen. Die kracht, die betekenis was vervolgens lang zoek. Het zal wel, dacht hij. Via het boeddhisme kwam hij weer terug naar het katholicisme, om de mooie spirituele beelden te waarderen, te putten uit die universele symboliek.
Voor mensen die met kanker te maken hebben, als patiënt of naaste, geeft Frank mindfulness. Via meditatie lukt het hen beter in contact te komen met het eigen lichaam. De spirituele kant is op de achtergrond aanwezig. “Mooi om dat te mogen begeleiden”, vertelt Frank, “er is al zoveel in mensen aanwezig”. Hij werkte in een hospice, eerst als vrijwilliger, later werd hij coördinator. Hij vertelt over een gesprek met een dame die binnenkort zou sterven. Hij besprak met haar het afscheid zoals zij dat wenste, en was als de dood voor dat gesprek. Hij voelde angst, onzekerheid, en vond het tijd voor een cursus op dit vlak. Het gesprek met haar verliep overigens prima.
Het onderwerp ‘afscheid’ is belangrijk geworden in Franks leven. Het is een thema geworden. Zijn vader stierf toen Frank dertien jaar oud was. Rond zijn 25e was hij opvallend vaak bezig met muziek rond de dood, en rond zijn 30e begon hij met het zingen in uitvaarten. De rode draad zag hij overigens later, en de onzekerheid rond de gesprekken maakte plaats voor zorgvuldigheid, een dagelijkse bezigheid, een belangrijk deel van zijn werk.
Thuis is er een nieuwe fase aangebroken. De zorg gaat niet meer uit naar de kinderen, die staan op eigen benen. De ouders vragen gezien hun leeftijd om aandacht, om zorg. Het is een andere fase, vertelt Frank. Hoe het met hem gaat? Frank beschrijft rust, innerlijke rust, inkeer. Hij is blij met meditatie, met het effect: “ja, wat doet het, nou, het is geluk. Ik heb minder drama in m’n hoofd, weinig gedoe. Heel eenvoudig eigenlijk”.
Hij neemt het mee in het werk, die rust. Hij beschrijft zichzelf als betrouwbaar voor koren en besturen, als stressbestendig. “Het is een soort lichtheid, naast vakmanschap natuurlijk”. Hij heeft een hekel aan dirigenten die ‘macht’ nodig hebben, zich moeten laten gelden. “Het kan nooit om het eigen ego gaan.”
En nu is daar sinds kort Kamerkoor Kallíope. Frank heeft er zin in, en vertrouwt op een fijne tijd bij het koor. Wat zou hij graag uitvoeren, over een tijdje? “Nou, een droom is wel het Weihnachtsoratorium uitvoeren, op de zes verschillende dagen waarvoor de delen eigenlijk bedoeld zijn. Het zijn zes afzonderlijke werken die inhoudelijk verbonden zijn, maar ieder op een eigen dag worden uitgevoerd, tussen kerst en Driekoningen.” In de tussentijd is er ander werk, en gaan koor en dirigent met elkaar aan het werk. De start is veelbelovend, de muziek zal ons meenemen.
Maart 2014,
Rogier Koster